Terug naar Inhoud
Afkortingen en definities
Zie ook
Achtergrond Doel Gebruikers Toepasbaarheid en werkwijzen Beoordelingsaspecten Belang van weging
Verantwoordelijkheid
en benodigde deskundigheid
De verschillende aspecten worden op
de volgende wijze in het keuzemodel beoordeeld:
Het keuzemodel laat de
scores op de verschillende onderdelen zien, en waar van toepassing op de
verschillende hoofd- en subcriteria, waardoor
inzichtelijk wordt hoe de verhoudingen liggen en op welke punten verbeteringen
kunnen worden doorgevoerd. Eventuele specifieke gevolgen voor aanleg, beheer en
onderhoud zijn eveneens inzichtelijk.
De eerste drie aspecten
zijn onderverdeeld in hoofdcriteria en eventueel in subcriteria.
In het model zijn de te
beoordelen LCA- en LNC-criteria vastgelegd. Onder de
noemer van overige aspecten kunt u zelf criteria toevoegen.
Binnen een hoofdcriterium
wordt stapsgewijs tot een beoordeling van een geometrisch of constructief
dwarsprofiel gekomen. De stappen staan schematisch in de figuur.
Overzicht van beoordelingsstappen in het keuzemodel
De afweging van milieu- en kosteneffecten geschiedt op basis van zogenoemde
functionele eenheden, dat wil zeggen op basis van de hoeveelheid materiaal die
nodig is om ontwerpvarianten gelijkwaardig te laten functioneren gedurende een
bepaalde levensduur. Om twee alternatieven voor dijkbekleding te kunnen
vergelijken (bijv. stortsteen en waterbouwasfalt) moet
allereerst een aantal functionele basiseisen worden geformuleerd. Zo kan het
bijvoorbeeld gaan om een strekkende meter dijk, met een bepaalde hoogwaterstand
en bepaalde golfkarakteristieken. Om de bekleding constructief voldoende te
laten functioneren is met stortsteen een dikkere laag nodig dan met
waterbouwasfalt. Voor een eerlijke vergelijking tussen asfalt en stortsteen
moet daarom een dikkere laag stortsteen worden meegenomen.
Normalisatie van
resultaten
De resultaten van de
verschillende criteria van een beoordeling worden voordat ze met elkaar gewogen
kunnen worden eerst genormaliseerd.
Bij de milieubeoordeling
vindt normalisatie plaats door de veroorzaakte milieubelasting te delen door de
totale milieubelasting die gedurende (bijvoorbeeld) een jaar wordt veroorzaakt
door bijvoorbeeld één Nederlander, alle Nederlanders samen, één Europeaan of de
gehele wereldbevolking. In het keuzemodel wordt uitgegaan van de
milieubelasting die wordt veroorzaakt door één Europeaan gedurende één jaar.
Deze milieubelasting wordt bepaald met (dezelfde) Eco-indicator
'99 methode.
Voor de normalisatie van de
scores die ontstaan bij de kwalitatieve beoordeling van LNC-waarden
en overige aspecten wordt gebruik gemaakt van de beoordelingswaarde van de
uitgangssituatie. Omdat er sprake is van een kwalitatieve beoordeling in
plussen en minnen worden deze scores eerst omgezet in getalswaarden. Een sterke
verbetering (‘++’) correspondeert daarbij met de waarde 25, neutraal (‘o’) met 100 en een sterke verslechtering met 175. Omdat er
in de uitgangssituatie geen verbetering of verslechtering optreedt
is de normalisatie waarde altijd 1 of 100 wanneer gebruik gemaakt wordt van een
index.
Gegevens
Er wordt in het keuzemodel
gebruik gemaakt van beschikbare data en kennis. De gegevens in de database zijn
afkomstig van het uitvoerend bureau, de DWW en de
Bouwdienst.
De gegevens (LNC, LCA en kosten) kunnen periodiek worden geüpdate, maar
zijn op dit moment alleen beschikbaar voor de situatie zoals die bekend was in
2002. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gebruikte (default) gegevens is voor de gebruiker.