Terug naar Inhoud

Wijzigingen in versie 2.0

Ten opzichte van de vorige versie is het keuzemodel op veel punten aangepast. De belangrijkste punten op een rij.

 

Databases

-          het aantal materialen is sterk uitgebreid;

-          de kostengegevens zijn vernieuwd (peildatum 1 juni 2002);

-          de milieudatabase is afgestemd met de gegevens uit de beton-database en de beschikbare DuBoCalc database;

-          de toerekening van de milieuingrepen binnen de gehanteerde milieubeoordelingsmethode is gecontroleerd en waar nodig zijn stofnamen aangepast;

-          alle milieudata zijn opnieuw berekend en gecontroleerd;

-          de datakwaliteit van de gehanteerde milieudata is opnieuw bepaald.

 

Gebruikersgemak

-          er zijn veel controles op de invoer door de gebruiker toegevoegd;

-          met behulp van knoppen en menus is de invoer vereenvoudigd;

-          de invoer van het geometrisch dwarsprofiel is praktischer en overzichtelijker geworden;

-          de resultaten (kort) zijn op overzichtelijke wijze grafisch weergegeven;

-          de online help is uitgebreid;

-          de rekensnelheid is verhoogd;

-          er zijn voorbeeldbestanden (ingevulde modellen) en een oefening toegevoegd;

 

 

 

Uitbreiding materialen

Het aantal materialen is sterk toegenomen, deels door de uitbreiding met materiaalvarianten en sorteringen.

Er zijn onder meer diverse zand-typen toegevoegd. Naast zeezand, IJsselmeerzand en regionaal landzand is per provincie de samenstelling van ophoogzand opgenomen.

Bij breuksteen is het aantal sorteringen uitgebreid en is er onderscheid gemaakt tussen breuksteen uit Duitsland, Noorwegen, Schotland, Zweden of Finland. Dit is van belang omdat het transport van breuksteen bepalend is voor de milieubelasting.

Ook het aantal houtsoorten is sterk uitgebreid. Er is bovendien onderscheid gemaakt tussen duurzaam en niet duurzaam geproduceerd hout. Duurzaam geproduceerd hout is hout met bijvoorbeeld FSC-keurmerk of Keurhout-keur.

Aan de categorie beton zijn toegevoegd: een gemiddelde mortel, diverse typen zuilen, betonblokkenmatten, en damwanden. Als penetratiemateriaal zijn colloïdaal beton en gietasfalt opgenomen.

Daarnaast is het model nog uitgebreid met een aantal uiteenlopende materialen zoals een stalen damwand, zeegrind, gras, grasbetontegels, staalslakken, mijnsteen en herzetten van koperslakblokken.

 

Milieubelasting materialen

Doordat alle milieudata opnieuw is berekend en doordat er gebruik gemaakt is van data uit andere databases, zijn er verschillen ontstaan in de milieubelasting van de materialen. Over het algemeen is de milieubelasting van de materialen (per volume-eenheid) afgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel lager de gewogen genormaliseerde milieubelasting van verschillende materialen bij de aanbevolen weging is geworden.

 

De relatieve milieubelasting van de in het keuzemodel opgenomen materialen ten opzichte van versie 1.0 van het keuzemodel. De materialen zijn vergeleken bij een gelijk volume en de standaard levensduren en dichtheden uit het keuzemodel. De milieubelasting is gewogen genormaliseerd met de aanbevolen weegset.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De milieubelasting van azobé is zowel gedaald als gestegen. Dit komt door het onderscheid dat gemaakt is tussen duurzaam en niet duurzaam geproduceerd hout. Zie verder onder ‘Milieubelasting hout’. Hier worden ook de verschillen in milieubelasting tussen de verschillende houtsoorten besproken.

 

Doordat gebruik is gemaakt van de betondatabase zijn alle betonproducten en grondstoffen zoals grind en zand die door de betonindustrie worden gebruikt in milieubelasting gedaald. Opvallend is de daling van de milieubelasting van betonzuilen met een factor 3. Deze daling wordt vooral veroorzaakt doordat in versie 1.0 werd uitgegaan van beton met 50% hoogovencement en 50% portlandcement. Momenteel wordt voor betonzuilen uitgegaan van beton met 100% hoogovencement. Dat scheelt bijna de helft van de milieubelasting. Het overige deel van de daling wordt bepaald door de daling van de milieubelasting bij de verschillende andere grondstoffen die in beton worden verwerkt.

 

Bij breuksteen is er onderscheid gemaakt naar land van herkomst. Breuksteen uit Noorwegen of Schotland, heeft bij de huidige aannames over de transportafstand (1000 respectievelijk 900 km over zee), de laagste milieubelasting. Duitse breuksteen veroorzaakt ongeveer 20 tot 25% meer milieubelasting. Hierbij is er rekening gehouden met transport per rijnaak over 250 km. Breuksteen uit Zweden of Finland spant de kroon met een circa 50% hogere milieubelasting ten opzichte van Noorwegen of Schotland. Bij deze landen is er gerekend met een transportafstand over zee van 2250 km. Voor de breuksteen uit alle vier de landen wordt er default rekening gehouden met 100 km eindtransport naar het werk met een rijnaak.

 

 

Milieubelasting hout

Opvallend is het grote verschil in milieubelasting van wel en niet duurzaam geproduceerd hout.

 

Het gebruik van niet duurzaam geproduceerd hout weegt zeer zwaar door in de milieubeoordeling. Dit uit zich in hoge scores op ecosysteemkwaliteit. Die milieubelasting wordt bijna volledig veroorzaakt door het landgebruik in combinatie met de aantasting van het ecosysteem (in niet duurzaam beheerd bos). Illustratie in onderstaande tabel.

 

 

De relatieve milieubelasting (als factor) van de in het keuzemodel opgenomen niet duurzaam geproduceerde houtsoorten en de in de berekening gehanteerde levensduur vergeleken voor een gelijk volume en een levensduur van 50 jaar. De milieubelasting is gewogen genormaliseerd met de aanbevolen weegset. Voor toepassing van hout dat zich zowel onder als boven water bevindt moet waarschijnlijk met een kortere levensduur gerekend worden. Hiermee is in de tabel geen rekening gehouden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wanneer gekeken wordt naar duurzaam geproduceerde houtsoorten, dan hebben alle Europese houtsoorten ongeveer een factor 5 tot 6 lagere milieubelasting. Voor de tropische houtsoorten is dit een factor 70 à 100, voor azobé zelfs 140.

 

De verschillen wèl / niet duurzaam geproduceerd hout geven aan dat het resultaat vooral afhangt van hoe men het duurzaam bosbeheer waardeert. Of de effecten op het ecosysteem van niet duurzaam beheerd bos daadwerkelijk zo’n groot verschil veroorzaken zou eigenlijk nadere studie verdienen.